Limburger Koerier
23 januari 1940
EEN SCHUTTERSMAALTIJD VAN BRAADWORSTEN
Hoe St. Sebastianus in Arcen gevierd wordt.
Waardige loten van den goeden stam....
ARCEN. — Men moet naar de grijze oudheid terug gaan om de wieg van het Arcensche St. Sebastianusgilde te kunnen ontdekken: in ieder geval ligt het jaar van de oprichting in nevelen gehuld.
De schutterij bezit vele oude en merkwaardige stukken: het zilver, dat de koning bij feestelijke gelegenheden te torsen heeft, legt getuigenis van de wijze oudheid van 't gilde af en getuigt tevens van zijn rijkdom. Dit „oude gild" is thans bezig zijn jaarlijkschen pot te verteren en de leden doen dat op een beproefde ouderwetsche manier: met een gezellig glaasje bier, dat in de witte brouwerij, die als een groote kubus aan den noordkant van het intieme stadje oprijst, volgens de regelen der kunst gebrouwen wordt.
Daarnaast, dat wil zeggen: naast de oude gilde, ontwikkelde zich een jonge gilde, bestaande uit jongemannen, die hun vrij leven verkozen boven de verbinding met een levensgezellin. Waarom die concurrentie? zal men vragen. Het antwoord ligt hier in Arcen als het ware op de straat: in het reglement van St. Sebastianus staat naar een strenge wet van Meden en Perzen opgeteekend, dat pas dan iemand tot het gilde toe mag treden wanneer hij zijn leven aan een lieve vrouw gebonden heeft.... Ergo zaten de jongemannen, die eveneens trek hadden éens per jaar de bloemetjes buiten te zetten, steeds maar op een houtje te bijten. En wat dat voor de jonkheid van Arcen moet geweest zijn kan slechts hij bevroeden, die, net als wij, eenige malen in de tweede helft van Januari getuigen mochten zijn van het festijn van „St. Petrus en Paulus", het jonge gilde, dat zich nu vele jaren geleden reeds om zoo te zeggen tegen 't oude aan vlijde. "Maar jullie krijgen geen dronk bier van ons" spraken de ouderen, in wijsheid op jaren gekomen, "jullie moeten maar gaan trouwen of als een dorstige in de woestijn dolen".
En ze kregen ook niets. Toen besloten de leden van het jonge gilde, ook niet mis, dan zelf maar de handen uit de mouwen te steken. Ze verzonnen een zeer origineele manier om de feestvlag te kunnen uitsteken: ze besloten op den eersten feestdag van het gilde boer en burger af te gaan om.... braadworsten op te halen. De idée vond niet alleen in hun eigen kring, maar zelfs bij alle dorpelingen warmen bijval — men mocht het opgewekte stelletje, dat vermaak en vertier in de veste bracht, gaarne en de eerste „bedeltocht" bracht vele meters braadworst in de pan.
leder jaar heeft het jonge gilde dit origineele idée herhaald en zoo ontstond een stukje folklore, dat eenig is in de provincie.
AAN DEN SLAG.
Maandag werd de feestdag van den patroonheilige wederom gevierd en.... geheel Arcen toonde zich getuige van dit zonderling gebeuren. De leden van het jonge gilde begonnen reeds om acht uur in den morgen hun rondgang langs de huizen en ondanks de bittere kou werd geen deur overgeslagen. Zou dat laatste het geval geweest zijn - men had het hun ook erg kwalijk genomen, want de "dikke boeren" buiten de kom van het dorp zaten reeds met meters braadworst te wachten.
De dochters des huizes, die natuurlijk al eveneens plezier in het festijn hebben gekregen en van welke zijde de stoere veroveraars dan ook alle sympathie genieten, stonden reeds vanaf het eerste tromgeroffel in de ijzige vrieslucht door een gaatje in de bevroren ruiten van haar woon uit te zien....Heel den dag klonk het tromgeroffel over de verre sneeuwvelden van dit Noordpoolland - de sneeuw knirste onder de voeten en de adem van het troepje jongelieden dat met een gaffel gewapend de heerlijke braadworsten af ging halen, verstijfde als het ware in de koude lucht.Maar men hield er den moed in. Nu en dan klonk de warme dreun van een accordeon over de velden en langs de huizengevels, waarna de veroveraars zich van den weg verwijderden om zich dan weer in de bierhuizen te laven aan het heerlijke, maar nu koude vocht, dat nu eenmaal niet voor de ganzen gebrouwen is. Daar komt men telkens weer "bij bloed", want het vroor buiten tien graden en meer en dat zonder wind....
VERMAAK.
In het vrolijke Schutterslied, dat ook het jonge gilde tot het zijne gemaakt heeft, zingt men op de wijze van "Drink, drink.....":
Gen inkel café gaon wij nève,
Dat is 'n alt Arcensch gebroek,
Dan wère d'r rundjes gegève,
En gepimpeld, dapper en kloek.
We kunnen, nadat we ook ditmaal een en ander hebben meegemaakt, getuigen dat de oude schuttersgeest nog volop leeft en dat de ouderen niet bezorgd behoeven te zijn, dat de jongeren ook al zouden ze ongehuwd blijven, hun aard ooit zullen loochenen. Want ook vandaag zongen de jonge schutters gezamenlijk meermalen uit volle borst hun vreugde uit over den nieuwen koning - een gedicht van een Arcenaar, met een weergaloos kloek rhythme.
Hoor slechts:
En houw maar op de trommel
En houw maar op dat vel,
D'r is ènne nieë Keuning
Enne zoën van Willem Tell
Het repertoire van deze opgewekte jongelieden, is zeer uitgebreid. Er hebben zich komiekers gevormd, die er den moed wel weten in te houden. Een klein staaltje daarvan hebben we in het heerlijk eenzaam gelegen bierhuis in het woud, waar de jonge waardin de glazen vulde, mogen ondervinden. Er sprong een laten we zeggen boetprediker op de tafel, die in schoon rijm zijn aanhoorders de les las - een kerel met warme beenkappen aan en een rond blozend gelaat, die met de rrr's rolde als was hij op de tooneelschool geweest. Een ander, een pootige kerel, beurde met z'n mond 'n heele tafel vol met volle bierglazen op ,,zonder dat er één druppel verloren ging". 'n Derde danste op een ronde tafel vermakelijke dansen en imiteerde, nedergedaald, de stervende zwaan, onder zacht en weemoedvol tromgeroffel. En toen begon het gansche gezelschap, op den worstdrager na, een negerdans te dansen, die het bierhuis op zijn grondvesten deed schudden....
Na dit kort intermezzo trad de roffelaar weer naar buiten, waar het zwijgende woud een bittere kou aan tak en stam vast hield. Een late, roodachtige zon lichtte over de met sneeuwbedekte heuveltoppen, doch wié had er oog voor deze zeldzame wintersche pracht of gevoel voor de kou, die heel het dorp in zijn ijzigen greep gevangen had....
Des avonds siste het in de pan van het schutterslokaal - een lauw-warme geur van gebraden braadworst hing in alle vertrekken, zoodat zelfs de drie katten ervan onder de indruk kwamen. Toen togen de moedige zwervers, die de jongeschutters waren, aan tafel om vele meters worst, weggespoeld door een enkel glaasje bier, soldaat te maken. Een schuttersmaaltijd waarbij niet alleen de honger, maar ook de kou glansrijk verdreven werd.
Bron: website St. Sebastianus Broederschap Klimmen